Onderhoud vaartuigen

De Lelievletten worden sinds we een botenhuis hebben elk jaar onder handen genomen. Voor die tijd moesten we onderdak bij iemand zien te vinden. Meestal was dat bij een plaatselijke tuinder. De vletten worden met behulp van een hijskraan aan het water op de eigen trailer geplaatst en vervolgens het botenhuis in gereden.

De inmiddels afgestoten koolvlet werd telkens na enkele jaren, tenzij uitstel niet mogelijk was, bijvoorbeeld bij lekkage, voor onderhoud uit het water gehaald. Soms met een mobiele, maar ook wel met een telekraan. Het onderhoud aan de vlet werd zowel binnen als buiten het botenhuis uitgevoerd. Zo is het vlak indertijd voor circa 70% gedubbeld. Om alle zwakke plekken en gaatjes te verstevigen en te dichten moest er nogal wat gelast worden.

Ook het slepertje “Joris” moet van tijd tot tijd geknipt en geschoren worden. Waren we voorheen aangewezen op een scheepswerf in de buurt, met de komst van het botenhuis konden we het vaartuig binnen stallen en onderhouden. Het slepertje moet wel met een telekraan uit het water gehaald worden.

Om het slepertje binnen te krijgen moest de trailer verstevigd en aangepast worden. De trailer werd omgebouwd van een 4-wielige naar een 6-wielige en ook het chassis werd aangepast In een later stadium heeft nog een aanpassing plaatsgevonden, zodat het slepertje nog stabieler op de trailer kwam te staan.

Eenmaal binnen opgesteld op blokken en sinds de laatste jaren op een voor de sleper gemaakte stoel, waarbij onderdelen van de trailer worden gebruikt, kan het schoonmaken, schuren, verven en allerlei aanpassingen/verbeteringen en dergelijke beginnen. In de loop der jaren is er veel verbouwd aan het slepertje. Twee motoren zijn er vervangen, stuurinrichting is gewijzigd, van een gesloten koelsysteem naar interkoeling, andere buikdenning enz. enz.

Voor het onderhoud van de transportboot “Tide” moet ook een telekraan worden gecharterd. Om de boot in het botenhuis te plaatsen wordt een wagen van de firma Bruin geleend. Nadat de wagen met boot naar binnen is gereden, wordt de wagen er weer onderuit gehaald. De boot staat dan op stevige pallets met daarop enige blokken. Vervolgens kan het schoonmaken en schilderen beginnen.

Het nieuwe casco (vlet) met registratienummer 1526. Om het vaartuig een strak uiterlijk te geven worden de lasnaden geslepen. Daarna wordt het casco licht geschuurd, uitgezogen en ontvet. Hierna worden op het vaartuig enkele lagen verf (epoxy) aangebracht. Uiteindelijk wordt de vlet afgelakt in de huisstijl van de zeeverkenners Sint Joris.