Historie
In november 1948 ging de zeeverkennersgroep Sint Joris van start. De toen in Heerhugowaard-Noord werkzame kapelaan Van Leeuwen was de initiatiefnemer achter de oprichting van de vereniging. In die tijd was het geen probleem om leiding voor de club te vinden. Wat de groep wel parten speelde was de steeds wisselende gebrekkige huisvesting, weinig geld en nauwelijks materialen. Maar ondanks dat alles beleefde men ook toen veel plezier aan het spel van (zee)verkennen. Het eerste echte onderkomen bevond zich in de houten loods van de Handelsraad LTB aan het Niedorperdijkje bij het Verlaat. Tijdens de groepsavonden hielden de zeeverkenners zich bezig met spelletjes, morseseinen, knopen, behalen van vaardigheidsinsignes, splitsen en speurtochten. Zo kon een opdracht in morsetekens inhouden: “Maak een schets van de Allemanskerk te Oudkarspel”. Men moest hier dan wel te voet naar toe. De eerste jaren had men niet de beschikking over vaartuigen. Om de kas naast de minimale contributie te vullen werd er toen ook al oud papier verzameld. In 1949 vond het eerste zomerkamp plaats bij de familie Tesselaar aan de Jan Verfailleweg te Den Helder, nabij Huisduinen . Het kamp werd gekenmerkt door enorme onweersbuien. Ze bezochten onder andere de Rijkswerf “Willemsoord” en natuurlijk het strand. Ook een rondvaart in de marinehaven stond op het programma. Daarnaast besteedde men veel tijd aan de maaltijden. In 1951verhuisde de groep van het Verlaat naar het NS-station Noord-Scharwoude in het Stationslaantje. Het eerste vaartuig wat de vereniging verkreeg was het zeilbootje “Sonja”. Het was 1951. Het zomerkamp werd in dat jaar gehouden in het plaatsje Woudsend in Friesland. De afstand werd per fiets afgelegd (106 km). Hier begon het echte varen. Er kon gezeild worden onder leiding van een externe schipper in een gecharterde zeilboot, genaamd “De Strider”. Van die schipper kregen ze ook zeilles in het meegebrachte zeilbootje “Sonja”. In 1952 gingen de zeeverkenners voor het eerst op kamp naar de Vinkeveense Plassen. De leiding vertrok in het gehuurde motorjachtje “De Bergenaar”. Tijdens dit kamp werden er zeilboten gehuurd bij jachthaven Bon (type BM en Zestienkwadraat). Bij café Bon werden enkele roeibootjes gehuurd. Later gingen de zeeverkenners per fiets en vrachtauto met spullen naar de Vinkeveense Plassen. Na het station Noord-Scharwoude nam de groep zijn intrek in het Don Boscohuis naast de H.Hart kerk. Vervolgens heeft men vele jaren in het dorpshuis vertoeft. In de jaren zestig van de vorige eeuw kon de groep nog over een botenhuis beschikken. Dit botenhuis was deels over het water en deels over land opgetrokken en stond bij de uitspanning “Het Wapen van Nederland”. Helaas moest het gebouw in 1967 weer worden gesloopt. Tot op heden hebben we geen foto van dit botenhuis kunnen bemachtigen. In de loop van 1967 bestond de groep niet langer meer alleen uit mannen en jongens, maar ook uit vrouwen en meisjes. Een en ander was voor die tijd een revolutionaire ontwikkeling. De meisjes gingen in de eerste jaren als watergids door het leven. De integratie van de meiden binnen de groep verliep zonder problemen. Na verloop van enkele jaren is de naam watergids weer verdwenen en zijn de meiden ook gewoon zeeverkenner in het zelfde uniform. Voor de vaders van de zeeverkenners werd er midden jaren zestig van de vorige eeuw een weekendje kamperen georganiseerd. Ze verbleven op het landje van de familie Mooy op het Verlaat. Deze uitjes hebben enkele jaren stand gehouden. In 1971 werd er voor het eerst een weekend georganiseerd voor de oud-leiders. Met de leiding gingen ze naar de Vinkeveense Plassen. Met gehuurde zeilboten en één buitenboordmotortje werd er naar een gereserveerd eiland gevaren. Aldaar aangekomen werden in een rap tempo de tenten opgezet, voordat het donker werd. De tijd werd doorgebracht met zeilen, roeien, eten koken, afwassen., luieren, zwemmen en zaterdagavond stappen. De uitjes vonden praktisch altijd plaats in het Vaderdagweekend. Men vertrok op vrijdagavond en op zondagmiddag keerde men weer huiswaarts. Ook nu wordt het weekend nog steeds gehouden. In 1970 is er een haventje met steiger gecreëerd aan de Waarddijk in het Alkmaar-Kolhornkanaal. Gedurende het vaarseizoen lagen daar de vaartuigen, terwijl de riemen, zeilen, kampeerspullen e.d. werden opgeslagen in de schuur van de heer G. Bos, die aan de Waarddijk woonde. Door vandalisme en diefstal in het haventje kwam daar in 1975 alweer een einde aan. In 1976 werd De Noord omgetoverd tot Schuimhappersveen. Niet alleen kermis, maar ook carnaval met name voor de jeugd, werd er vanaf die tijd gevierd. Ook de zeeverkenners waren met twee boten van de partij. Ieder jaar wordt er op verzoek van het Oranjecomité op Koningsdag de vlag gehesen. Op het hoofdveld van de plaatselijke voetbalvereniging vindt de ceremonie plaats. De ene keer een rechte mast, dan weer een met een platform; er zijn al heel wat verschillende vlaggenmasten gebouwd. In 1965 gingen de loodsen niet met de andere zeeverkenners naar de Vinkeveense Plassen, maar naar de Langweerder Wielen. Zij verbleven op een kleine camping aan het water. Omdat pater Ger Mooy -zijn laatste vakantie voordat ie naar de rimboe in Afrika vertrok- ook mee was, gingen we af en toe te tempelen in Joure. Dat waren hele leuke zeiltochten. Niet alleen zomerkampen werden er gehouden, ook in de weekeinden werd er gekampeerd en gevaren. In de beginjaren altijd nabij de Rolpaalbrug op het Verlaat, later toen de groep een slepertje had, werden deze weekends ook gehouden in De Rijp, Broek op Langedijk, Ursem en Kolhorn. Na vertrek van de Waarddijk werden de boten aangemeerd in de Wester Langereis en de zeilen, riemen e.d. vonden onderdak in de schuur van de familie Groen aan de A.C. de Graafweg. In de winter konden de boten her en der bij een tuinder worden onderhouden. Al vanaf 1967 werd er naarstig gewerkt aan de realisering van een nieuw botenhuis. Aanvankelijk werd geopteerd voor een plek aan de Waarddijk in de nabijheid van het eerdergenoemde haventje. De bestemmingswijziging liet echter te lang op zich wachten, waarna het oog was gevallen op een stukje land aan het Niedorperdijkje. De realisatie van het boten/clubhuis op deze plek had ook nog wel wat voeten in de aarde, maar uiteindelijk kon er in de zomer van 1983 worden gebouwd. Een aansluiting op het waterleidingnet zat er voorlopig niet in. Een en ander werd veel te duur. Een tiental jaren later is dit alsnog gelukt voor veel minder geld. In de Wester Langereis is later ook nog een steiger gebouwd met daarnaast een hijswerktuig en een toegangsweg naar de steiger. Tot op heden vertoeft de groep hier met genoegen. |
Locatie
SecretariaatJac. van Maerlantlaan 14 1702 GN Heerhugowaard | Kaart | Neem contact op
|